De ontwikkeling van drie behandelingsvormen voor gehechtheidsproblemen
Kinderen en jongeren
In de praktijk van een residentieel kinderhuis kwam ik veel met gehechtheids-problemen in aanraking. In het psychotherapeutische contact met kinderen en jongeren merkte ik dat de tot dan toe gebruikte methoden niet toereikend waren. Vooral de relatievorming bleef problematisch. Na analyse van het gedrag werd duidelijk dat in het gedrag zoveel verschillen waren dat van tweeërlei problematiek gesproken moest worden. Zo kwam ik tot het onderscheid in hechtingsgestoord en relationeel gestoord. De volgende kenmerken zijn daarbij te noemen.
hechtingsgestoord | relationeel gestoord |
waarneembaar gedrag | waarneembaar gedrag |
geringe sociale vaardigheden | geringe sociale vaardigheden |
allemansvriendgedrag | aanklampgedrag |
dominerend eisend gedrag agressief gedrag |
passief en teruggetrokken gedrag |
uitingen van angst, boosheid, wantrouwen | uitingen van angst, boosheid, wantrouwen uitingen van verlatenheid en teleurstelling |
ongedisciplineerde activiteiten, vlindergedrag, vluchtig speelgedrag | lusteloosheid met betrekking tot activiteiten |
ontstaan van de problematiek | ontstaan van de problematiek |
a. de omgevingsfactor: -wisselende opvoedingssituaties vanaf de geboorte -onvoldoende beschikbaar zijn van de ouders |
a. de omgevingsfactor: -wisselende opvoedingssituaties vanaf de vroege jeugd -onvoldoende beschikbaar zijn van de ouders |
b. kindfactor-de gehechtheidswijze: vermijdend gehecht |
b. kindfactor-de gehechtheidswijze: ambivalent gehecht |
condities die het probleemgedrag in stand houden | condities die het probleemgedrag in stand houden |
a. omgevingsfactor -geen passend opvoedantwoord |
a. omgevingsfactor -geen passend opvoedantwoord |
b. kindfactor -geringe impulscontrole -niet beklijven van ervaringen -onverschillige houding -inwisselbaar zijn van volwassenen |
b. kindfactor -nervositeit -depressiviteit -lage zelfwaardering -ambivalentie in nabijheid zoeken en weren |
Voor kinderen met een hechtingsgestoordheid is de differentiatietherapie ontwikkeld, voor kinderen en jongeren met een relationele gestoordheid is de fasetherapie ontwikkeld, voor volwassenen met een relationele gestoordheid is de basistherapie ontwikkeld.
In de beschrijving ontbreken de hechtingsgestoorde jongeren en volwassenen. De hechtingsgestoorde jongeren in het kinderhuis, zo is mijn ervaring, ontwikkelden zich of naar de criminele kant en hun gedrag was dan te typeren als gedragsgestoord of ze ontwikkelden vermijdend gedrag. Voor gedragsgestoordheid is een cognitieve, gedragstherapeutische behandeling een mogelijkheid. Jongeren en volwassenen met vermijdend gedrag (gehechtheidswijze gereserveerd) vragen niet zo snel psychotherapeutische hulp. Ze beschermen zichzelf tegen de mogelijkheid dat de hulpverlener niet beschikbaar is (Dozier, 1990). Zij geven aan relaties niet belangrijk te vinden, ze zijn al gauw tevreden met vriendschappen die kwalitatief weinig inhoud hebben (Zimmerman, 2004). Daarbij beschrijven ze zichzelf, volgens deze auteur, als emotioneel onafhankelijk. Agrawel (2004) geeft als kenmerken bij deze wijze van gehechtheid: positief zelfbeeld, een gevoel van waardevol zijn, negatieve verwachting van anderen. Deze problematiek kan met een aangepaste vorm van basistherapie worden behandeld.
Bij hechtingsgestoorde kinderen en jongeren is een combinatie van differentiatie-therapie en fasetherapie aan te bevelen.
Lees verder:
Differentiatietherapie | Fasetherapie | Nabijheid | Enkele getallen | Basistherapie