Na verloop van tijd werden uit hetzelfde kinderhuis kinderen en jongeren aangemeld voor psychotherapie met hetzelfde etiket: verwaarlozing / gehechtheidsproblemen maar met verschillend gedrag. Zij waren geen allemansvrienden, maar hielden juist afstand, ze konden spelen en ze differentieerden wel. Ze waren echter niet tot relatievorming in staat. In gesprekken met de jongeren en door observaties van de kinderen werd voor mij duidelijk dat hun kernprobleem was het niet aankunnen van de nabijheid van een ander. Ze wilden wel bij een ander zijn, heel graag zelfs, maar de angst was te groot. Uit hun gedrag in relaties bleek een ambivalentie, steeds was een conflict te bemerken als bijvoorbeeld een groepsleider naar hen toekwam en even de arm om de schouder legde. Ze vertelde dat ook in de sessies: ik vind het fijn maar ik word meteen bang. En de kinderen die wel op schoot willen zitten maar het niet durven. Dat is ook voor hen zelf niet te begrijpen: ik wil het waarom ben ik dan bang.
Dit gedrag is geen gedesorganiseerd gedrag, er is geen tegenstrijdigheid te zien in hun gedrag.
Naast de ambivalente wijze van contact wensen en contact weren, wordt het gedrag gekenmerkt door teruggetrokkenheid, passiviteit en lusteloosheid. Vaak zijn er uitingen van verlatenheid en teleurstelling, van angst, boosheid en wantrouwen. Deze kinderen en jongeren spreken meestal negatief over zichzelf (ik ben stom, niemand vindt mij aardig, ik kan niets etc.) en er zijn weinig sociale contacten. Deze problematiek is relationeel gestoord genoemd omdat de problemen vooral in de relaties ervaren worden. De behandeling van deze problematiek richt zich op de nabijheid en op het negatieve zelfbeeld.
Belangrijk bij deze methode is het volgende:
Bij hechtingsproblematiek is het heel belangrijk geen dwang te gebruiken, dat werkt averechts.
Fasetherapie gaat uit van respect voor het kind en wordt pas uitgevoerd als het kind het echt zelf wil. Ook tijdens de behandeling wordt het kind steeds betrokken wat het wel en niet wil/aankan.
Bij Fasetherapie wordt wel eens gevraagd of het een regressie therapie is: nee, dat is het zeker niet. Juist door de sterke nadruk op de cognitie of, anders gezegd, de uitleg en reflectie op wat gebeurt, wordt voorkomen dat er van regressie sprake zou zijn.
Lees verder:
Nabijheid | Enkele getallen | Basistherapie | Opleidingen